top of page

Baksteen.

Hieronder is mijn korte verhaal Baksteen te lezen, of lees het op Sweek.

“Als een... baksteen!” 
“Oh my god, een baksteen?” 
“Ja. Een baksteen.” 
“Oké, oké. Een baksteen.” 

​

“Het leven is als een baksteen,” begin ik. “Je zit vast, je kan nergens heen. Er is een voorbestemde plek voor jou in de wereld, in jouw omgeving, in je familie. Zonder dat je wilde, is alles al voor je besloten. Het staat vast. Ontsnappen is niet mogelijk.” 

 

Ik draai mijn hoofd en kijk naar haar. God, wat is ze mooi. Haar blonde, bijna witte haren waaien door elkaar. De puntjes van haar lippen vormen zich langzaam omhoog. Ze lacht. 

 

“Wat?” Ze draait haar gezicht en kijkt me aan. Haar gezicht rood van de kou, haar schouders een beetje opgehaald door de gure wind. 

 

“Niets.” Ik glimlach. In stilte blijft haar blik nog even gefocust op de mijne, totdat zij uiteindelijk weg kijkt en de stilte breekt. 

 

“Nou, ga verder met je baksteen verhaal dan.” 
“Het was al lang klaar,” zeg ik extra nadruk leggend op lang. Mijn blik gaat naar het informatie bord. Hoe snel je ook rent, het is niet mogelijk om een bus te halen die op dezelfde tijd vertrekt als de aankomsttijd van jouw trein. ‘Als die trein nou geen vertraging had gehad, hadden we het gewoon gehaald,’ zei ze nog. Maar erg vond ik het niet. Het tegenovergestelde zelfs. Een goed excuus om meer tijd met haar te mogen doorbrengen. Een extra half uur. 

 

“Nee echt niet, elk metafoor moet ook iets positiefs hebben.” 
“Sinds wanneer?” 
“Sinds altijd, I don’t make the rules here Lo.” 
You kinda do though. Maar oké, ik zal speciaal voor jou nog even verder gaan.” 

 

“Het leven is als een baksteen. Ontsnappen kan wel mogelijk zijn, maar fijn is het niet. Een grote opoffering voor een verdiende vrijheid. Wil je gaan, dan doe je niet alleen jezelf pijn maar ook de mensen om je heen. Je vrienden, je familie. Je zal je moeten losbreken en zij eindigen met een gat tussen zich in, een stuk van hun fundering is verdwenen.” Ik neem een kleine pauze om na te denken over hoe ik dit verder kan uitleggen. Mijn eigen leven echoot door mijn hoofd. Ik wil ontsnappen. Weg uit deze verschrikkelijke stad, de altijd achtervolgende verwarring en depressie. Iedereen achter laten in ruil voor volle vrijheid. Precies wat ik niet wil. 

 

Mijn moeder, een eenzame vrouw die nooit zal toegeven hoe alleen ze zich voelt. Als ik vertrek, zit ze in een huis met een overschot aan kamers. Op de bank, met haar laptop op haar schoot, de televisie aan als achtergrondgeluid en het gelach van de buren in de achtertuin. Elke dag nog betrap ik mezelf er op dat ik mijn vader beschuldig van mijn moeder haar eenzaamheid. De giftige thuissituatie die hij creëerde liet geen ruimte over voor mijn moeder om een eigen sociaal leven op te bouwen. Jarenlang alleen met mijn vader en mij geweest, tot hij op een dag vertrok. Hoe kan ik haar dat een tweede keer aan doen? Haar eigen bloed, die het pad volgt van haar ex-man. 

 

“Dat was het tegenovergestelde van positief Lo,” onderbreekt ze mijn gedachten. De Lo klinkt zachtjes en ik hoor verdriet gemixt met teleurstelling in haar stem. Ik richt mijn blik terug op haar, haar groengrijzige ogen kijken mij al aan. 

 

“Maar waar is het wel.” 
“Nee,” ze spreekt zachtjes en schuift dichterbij. Haar been drukt tegen mijn been, haar gezicht verschrikkelijk dicht bij de mijne. 

 

“Je hebt het fout.” Een kleine glimlach verschijnt op haar gezicht. “Het leven is als een baksteen. Je bent ongelofelijk sterk en moeilijk te breken. Je zit nergens vast, je kan zoveel dingen doen. Op jezelf ben je al zo ontzettend standvastig, maar samen met anderen wordt de kracht gebonden en ben je zo sterk als een huis.” Ze lacht. 

 

“Als een huis?” 
“Ja. Een huis.” 
“Origineel.” 

 

Even zitten we in stilte. Ze kijkt naar beneden en pakt mijn hand met beide haar handen. 

 

“Lo?” 
“Ja.” 
“Breek alsjeblieft nooit los van mij.” 

 

“Hey,” zeg ik zachtjes. Haar ogen volgen mijn stem, omhoog naar mijn gezicht. Mijn andere hand breng ik omhoog en mijn duim veegt langzaam over haar wang. “Nooit.” 
“Nooit?” 
“Nooit.”

streepjes.png
streepjes.png
bottom of page